Tweedeling: is die er wel? En als die er is, is het dan erg dat de scheidslijnen scherper worden? En wat kunnen we daar dan tegen doen? Deze vragen stonden centraal op de tweede themabijeenkomst van Ruimte en Wonen op woensdag 5 juli 2017, met dit keer als thema ‘Tweedeling’. Ongeveer veertig mensen waren op deze mooie zomernamiddag naar Krachtstation Kanaleneiland gekomen om hierover met elkaar in discussie te gaan.
Twee barbecues
In de tuin van hetKrachtstation staan twee barbecues; een ervan is speciaal voor halal-gerechten. Is dat tweedeling? “Nee, ze zorgen er juist voor dat de verschillende bevolkingsgroepen in de wijk met elkaar een barbecue kunnen houden”, zegt Nathan Rozema, initiatiefnemer van het Krachtstation en directeur van Labyrinth Onderzoek en Advies. “Door die twee barbecues sluiten we niemand uit.”
Het Krachtstation, waarin onder meer studentenwoningen, bedrijven en sociale activiteiten zijn gevestigd, brengt op een natuurlijke wijze mensen samen. Rozema: “Als je het teveel bedenkt, mislukt het. Het moet als vanzelf ontstaan, de participatie, de menging.” Een ander voorbeeld zijn de kruidentuinen die zorgvuldig onderhouden wordt door oudere Marokkanen uit de wijk. Studenten die in het Krachtstation een betaalbare kamer huren, verzamelen zich eveneens op het zonnige veld. Van tweedeling lijkt hier geen sprake.
Alarmklokken
Hoe zit het daar dan mee? Jeanet Kullberg van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) nuanceert het begrip tweedeling met zes segmenten die zich in het spectrum tussen ‘gevestigde bovenlaag’ en ‘precariaat’ (de onderste laag) bevinden. Het ligt allemaal niet zo scherp. Ook kijken jongeren er vaak heel anders tegenaan. Toch komt ze ook tot een harde conclusie: “In het oordeel over het eigen geluk zien we de harde scheidslijnen wel terug. De bovenlaag geeft zichzelf gemiddeld een 8,1, het precariaat een 6,3 en de onzeker-werkenden een 6,1. Die kloof tussen die zessen en die acht is heel groot.”
“Maar ik hoor geen alarmklokken luiden”, prikkelde Paul Gerretsen van de Vereniging Deltametropool de deelnemers. “Er is altijd een onderkant”, riposteerde een van hen. Maar zijn er dan geen mogelijkheden van daaruit op te klimmen? Directeur-bestuurder van woningcorporatie GroenWest Karin Verdooren concludeerde voorzichtig dat alle hulp in geld en goederen voor zwakke wijken de afgelopen decennia blijkbaar geen instrumenten hebben opgeleverd om tweedeling tegen te gaan. Rolf van der Weide van woningcorporatie Bo-Ex stelde daartegenover dat in een wijken als Overvecht en Kanaleneiland de zorgkosten dan wel heel hoog zijn, maar juist daaruit blijkt dat we in ons land een aantal instituties hebben als woningcorporaties en zorgverzekeraars die voorkomen dat mensen aan de ‘onderkant’ buiten de samenleving komen te staan.
Warme deken
Annemiek Rijckenberg zag echter dat voor veel mensen de weg omhoog steeds moeilijker toegankelijk en begaanbaar wordt. Waar in het verleden het onderwijsstelsel juist gericht was op doorstroming naar volgende niveaus en op tweede kansen, zien we die wegen nu steeds meer afgesneden: “Verschillen zijn er altijd geweest maar het grote gemis is nu dat het idee van vooruitgang is weggeëbd.” Pieter Buisman van Geldstromen door de Wijk voegde daaraan toe dat hoewel we trots mogen zijn op al onze instituties, we er voor moeten waken dat ze niet verstarren en verder worden uitgekleed, waardoor ze hun effectiviteit verliezen. “Ze ontnemen ons bovendien het zicht op wat er feitelijk gaande is. De dreigende tweedeling wordt met een warme deken afgedekt, maar als we niet oppassen broeit ondertussen het ongenoegen eronder voort.”
Onderwijs en ondernemerschap
Het is allesbehalve een eenvoudige opgave, maar urgenter dan ooit. Het onderwijs moet daarin een belangrijke rol spelen, maar presteert daarin onvoldoende. “Nu gaat het met heel veel migrantenjongeren gewoon slecht”, stelde Mostafa el Filali van ROC-Midden Nederland. “De laagste onderwijsniveaus van het middelbaar beroepsonderwijs tellen een onevenredig groot aantal allochtone leerlingen, van wie bovendien een groot deel de opleiding niet afmaakt. Hoe is dat mogelijk?”
Het moet dus anders: het kan anders. Het Krachtstation lijkt daarvan een inspirerend voorbeeld te zijn: zonder subsidies, zonder duurbetaalde projectleiders en andere professionals, laat het initiatief zien dat je in het sociaaleconomische domein mensen met elkaar kunt verbinden. Dat gebeurt niet vanuit institutionele kaders, hoe belangrijk die ook zijn, maar vanuit passie en ondernemerschap. Dat is een belangrijke voorwaarde voor verandering, klinkt het in de discussie.
Hoe kan de wijkeconomie helpen om de tweedeling tegen te gaan? Lees hierover meer in het artikel ‘Handel voor de wijk‘, en lees nog meer over ‘Tweedeling’ in het tweede nummer van het magazine Ruimte en Wonen.