Een blik vanuit de lucht, een opener vanaf de grond
‘Oases voor stadsboeren en hipsters’ kopte de Volkskrant die morgen. Een commerciële stadsboerderij bovenop het voormalige Philips-gebouw in Den Haag, een Zwitserse financier: wie had dat kunnen bedenken? Concreter, actueler en dichter bij huis kon het voorbeeld van Enno Ebels bij zijn inleiding op het DSO-Lab in de Haagse Lobby niet zijn.
De gemeente moet bezuinigen, maar hoe zetten we wat overblijft dan het beste in? Zijn er verdienmodellen en geldstromen die we effectief kunnen inzetten, maar waaraan we nog nooit gedacht hebben? Is de gemeente dan de partij die daarop direct moet handelen, of kunnen anderen dat beter? Wat doen we nog wel, wat niet meer, of moeten we geheel andere dingen gaan doen, dingen die we nog nooit gedaan hebben? De antwoorden op deze vragen grijpen direct in op de rol van gemeente en ambtenaren in de ontwikkeling van de stad, de buurten en de wijken. Maar niet alleen bij hen, ook bij bewoners en bedrijven.
Zo’n zestig ambtenaren waren op donderdag 24 september 2014 hiervoor bij elkaar in de Haagse Lobby. Niet alleen van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, maar ook van andere afdelingen en diensten, want op deze bijeenkomst ging het om een andere kijk op waardencreatie en verdienmodellen, een kijk vooral over de eigen grenzen heen. Pieter Buisman van Geldstromen door de Wijk blikte vanuit de helikopter, Fieke Meindersma van Conceptors gaf opening vanaf de grond.
Geldstromen grijpbaar en concreet
Getogen in Morgenstond, liet Pieter Buisman zien hoe zestig jaar gelden de nieuwe inwoners van deze nieuwe wijk hun geld besteedden. Dat ging voor meer dan een derde op aan eten. Forse bijdragen van de overheid hielden de besteding aan huur op 8%. Dat ligt nu wel anders: bijna een derde gaat op aan huur, de helft daarvan aan eten, terwijl vervoer een steeds groter deel van het budget opslokt.
Tussen huishoudens zijn er echter grote verschillen. Bekijk je het landelijk of stedelijk dan lossen die verschillen op in de abstractie van de grote getallen. Maar bekijk je geldstromen op wijk- en buurtniveau dan zie je direct waar de urgentie zit.
In wijken als Moerwijk en Morgenstond zijn deinkomens laag, maar de kosten voor gezondheid behoren tot de hoogste van het land. Wil je je in die wijken verzekeren tegen inbraak of ander onheil dan betaal je de hoogste premies. Dat laat direct zien waar de spanning zit, maar ook de uitdaging. Dat maakt de wijk zo interessant: grijpbaar, concreet, met alle aspecten van de samenleving en toch met een eigen identiteit, een eigen dynamiek, een eigen urgentie en een eigen potentieel in geldstromen en ruimtelijk, economisch en sociaal vermogen.
Verborgen vermogen activeren
Dit potentieel activeren vraagt om eigen verantwoordelijkheid, zelfbeschikking en ondernemerschap. Hoe kan de gemeente daaraan ruimte geven? Waarop moet zij zich richten en waarop juist niet? Het begin van het antwoord zit in het verkrijgen van inzicht in de geldstromen. Statistieken hebben daarover weinig te bieden, daarin vind je maar weinig cijfers met een €-teken. Die cijfers moet je daarom zelf en liefst met elkaar op tafel leggen. De volgende stap is dan niet moeilijk te zetten: gezamenlijk ontdekken waar uit verbinding van geldstromen meerwaarde valt te halen. Kijk over de eigen grenzen heen en probeer de kloof tussen wie investeert en wie voordeel behaalt te overbruggen.
Daarnaast zit in mensen, gebouwen en omgeving veel verborgen vermogen: in onbenutte ruimten, stilstaande auto’s en ongekende talenten. Verschillende ondernemings- en verdienmodellen weten daaruit nieuwe geldstromen te genereren. De platformeconomie is daar een van, maar ook sociale ondernemingen, of wijkcoöperaties.
Wijken verschillen. Een wijk als Morgenstond heeft andere potenties dan bijvoorbeeld de Vogelwijk. Let daarom ook op de culturele context, doorbreek de vernauwing van de eigen blik. Zet je blik open en probeer scherp te krijgen waar de eigen toegevoegde waarde zit. Zet je daarvoor in en laat de rest aan anderen.
De spontane stad
Fieke Meindertsma deed de blikken openen op hoe Conceptors afgedankte gebouwen een nieuwe toekomst geeft door slim te kijken naar het potentieel van mensen, gebouwen en omgeving. In Den Haag staat 15% leeg. Van de andere kant groeit het aantal zzp-ers. Die willen geen tienjarig contract, maar flexibel huren, en met gelijkgestemde ondernemers kennis delen, ervaring en netwerk. Dat leidt tot een nieuw model voor stedelijk planning: de spontane stad van onderop. In plaats van eindbeeldplanning moeten we naar de startbeeldplanning. Waar ligt dan de rol van de beleidsmaker? Wat betekent dit voor de ‘mindset’ van de toetsende ambtenaar? We zullen moeten wennen aan onzekerheid. Van de andere kant moeten er ook condities zijn die ervoor zorgen dat Den Haag aantrekkelijk is en blijft startende en doorgroeiende bedrijven. Alleen lukt dat niet, samen wel.
Haagse lobby
Den Haag loopt achter in de start-ups. Ondernemers lopen volgens Fieke Meindertsma, nogal eens tegen een muur op als ze medewerking nodig hebben van de gemeente. Zelf is zij overigens goed geholpen door een ambtenaar die de juiste verbindingen wist te leggen binnen en buiten de organisatie. Tegenwerking komt meestal niet uit onwil, kon Nathan Rozema – partner in Geldstromen door de Wijk – uit eigen ervaring met transformatie van gebouwen vertellen. Ambtenaren willen graag meewerken en met de beste bedoelingen, maar ze moeten dat doen vanuit veelal tegenstrijdige belangen. De kunst is daar als gemeente bovenuit te komen. Daarvoor zijn verbinders en makelaars nodig: zeg maar, een Haagse lobby.
Wat een ander beter kan
Overwaardering van vastgoed en financiering zijn andere hobbels. Dan wordt al gauw gevraagd om subsidies en fondsen, maar het is zeer de vraag of dat de juiste middelen zijn en of de gemeente daarin zelf actief moet opereren. Financiering komt nu ook uit de crowd. De platforms als Oneplanetcrowd en Kickstarter die dat organiseren houden elk initiatief eerst goed tegen het licht. Zo halen ze drempels weg voor kleine investeerders. Ze toetsen bovendien niet alleen op ondernemerskwaliteit en een goede business case, ze stellen ook eisen aan duurzaamheid en sociale waarden. Dat kunnen zij beter dan de gemeente.
Vrede en recht
Dat regel je dus niet perse op wijkniveau en dat hoeft ook niet. Sommige zaken kun je veel beter groot organiseren, denk aan Airbnb, dat mondiaal opereert, maar het juist daardoor mogelijk maakt om lokaal vermogen te activeren. Waar het om gaat is hoe je voor de ontwikkelingen in de wijk op stedelijk niveau de juiste condities weet te scheppen. Dat je als stad ergens voor staat, wil niet zeggen dat je alles tot op het laagste niveau moet bepalen en regelen. Er is nu beweging naar het sturen op doelen. Gemeenten die daarin voorop lopen richten daarop ook de budgettering in, dan kan geld gericht op het doel worden ingezet. Dat betekent ook keuzes maken. Waarop richten we de eigen geldstromen, waarop niet? Past een ontwikkeling in wat we willen zijn?
Den Haag is de stad van vrede en recht: dat kun je doortrekken naar de wijken, naar de sociale agenda en de rol die je als gemeente daarin wilt nemen.
Meer weten over Geldstromen door de Wijk? Meld je alvast aan voor het Geldstromen door de Wijk FESTIJN op donderdag 4 februari 2016 in Utrecht